• Nieuws
  • Taskforce Elektra
  • 23 sep 2025

Samen investeren in mensen: “Alleen zo krijgen we het voor elkaar!”

De energietransitie vraagt om forse uitbreiding van het elektriciteitsnet. Dat betekent: meer kabels, meer stations – en vooral veel meer mensen. ?

De energietransitie vraagt om forse uitbreiding van het elektriciteitsnet. Dat betekent: meer kabels, meer stations – en vooral veel meer mensen. Zonder voldoende vakmensen stokt de vooruitgang. Maar hoe vind én bind je die mensen in een krappe arbeidsmarkt? In dit gesprek vertellen Roel Lemmens (Business Unit Manager Engineering bij aannemer APK Group), Laurette Rutjes-Sijben (Projectleider Opleidingen Productiestraten Zuid bij Enexis) hoe zij samenwerken in het opleiden van nieuw talent. Jeroen Dekkers (TFE-programmamanager Arbeidscapaciteit) schuift aan bij het gesprek om van hun ervaringen te leren: wat maakt hun aanpak succesvol en hoe brengen we zulke best practices verder in de sector?

Van drie naar dertig medewerkers

Toen Roel bij APK Group begon, had hij drie engineers in zijn team. Twee jaar later bestaat zijn team uit meer dan dertig medewerkers. “Het is heel makkelijk om te zeggen: weet je wat, we hengelen wat engineers weg bij Enexis,” vertelt hij. “Maar daar schiet de energietransitie niks mee op. Dan trek ik mensen daar weg, terwijl het werk er niet minder wordt. Het doel moet zijn dat we dingen laten vliegen met elkaar. En dat doe je niet door in elkaars vijver te gaan vissen, maar door die vijver groter te maken.”

Roel koos bij APK Group daarom voor een andere aanpak. In plaats van te zoeken naar de schaars beschikbare allround engineer, haalde hij jonge mensen binnen met een smallere basis. “We nemen bijvoorbeeld iemand aan die net klaar is met een studie elektrotechniek en leiden die eerst gericht op in dat ene vakgebied. Zo kan iemand snel meedraaien in projecten. Daarna bouwen we stap voor stap de kennis uit met civiele of projectmatige onderdelen, zodat ze uiteindelijk als allround engineer inzetbaar zijn.”

De rol van Enexis: kennis en structuur

Enexis ontwikkelde de Engineer Academy om nieuwe engineers klaar te stomen. Laurette legt uit: “Binnen Enexis hebben we de bekende vakscholen, maar daarnaast ook de zogenaamde academies. Voor de functie van engineer hebben we een apart leertraject opgezet. Daarin leer je hoe het energienet in elkaar zit, welke systemen en materialen er zijn en hoe je veilig ontwerpt. Dat traject hebben we doorontwikkeld om mensen zo goed en zo snel mogelijk te leren ontwerpen.”

Het welbekende ‘schuiven in de keten’ betekent dat aannemers nu ook engineeringstaken voor netbeheerders uitvoeren. Daarom stelt Enexis hun Engineer Academy open voor externe partners als APK Group. “Dat was echt een grote stap,” zegt Laurette. “Het gaat tenslotte over de inrichting van ons elektranet – een cruciaal onderdeel. Maar als we dit met z’n allen voor elkaar willen krijgen, kan het niet anders. We delen onze kennis en geven de aannemer tegelijkertijd de vrijheid om het op hun manier te organiseren. Zolang het maar veilig en volgens de richtlijnen gebeurt.

De rol van APK Group: praktijk en begeleiding

Waar Enexis de theoretische basis biedt, zorgt APK voor de dagelijkse praktijk en begeleiding. Roel: “Bij ons kregen de jonge engineers naast de klassikale lessen van Enexis een projectleider als buddy. Die nam ze meteen mee in de projecten. Dat bleek heel goed te werken. In het begin ging dat natuurlijk met vallen en opstaan, maar uiteindelijk waren de nieuwe mensen zo binnen een half jaar tot driekwart jaar up and running.”

Roel benadrukt dat de combinatie cruciaal is. “Als je alles bij Enexis neerlegt, gaat het te langzaam. Als je alles bij ons neerlegt, ontbreekt de borging van de richtlijnen. Door het te combineren, krijg je het beste van beide werelden. De theorielessen van Enexis én de praktijk bij ons.”

Unieke samenwerking

Laurette noemt dat uniek. “We hebben gezegd dat de begeleiding en opleiding van nieuwe engineers van aannemers hetzelfde moet zijn als bij ons eigen personeel. Dus een werkplekbegeleider van Enexis staat zij aan zij met iemand bij de aannemer. Dat is eigenlijk best bijzonder, want normaal gesproken zeg je: de aannemer is opdrachtnemer, wij zijn opdrachtgever. Hier leiden we de mensen echt samen op, alsof het onze eigen collega’s zijn.”

Roel vult aan: “We hebben in het ontwikkelen van deze aanpak heel intensief samengewerkt om het juiste opleidingsniveau te creëren. Wat ik mooi vind, is dat we altijd in gesprek bleven. Ook als het lastig werd. Soms kostte het opleiden veel meer uren dan gedacht. Dan keken we er samen naar. Waar zit dat in, hoe lossen we het op? Dat werd geen zwart-wit discussie van wie betaalt wat, maar zoeken naar een oplossing. Daardoor voelt het echt als een gezamenlijk project.”

Buiten de sector werven

Veel van de nieuwe medewerkers hebben geen achtergrond in de energiesector. Roel: “Voor mij mag het bij wijze van spreken ook de bakker zijn. Iemand die zegt ‘ik vind tekenen leuk’ of die een familielid heeft in de civiele techniek. Dat is genoeg om op verder te bouwen. We hebben bijvoorbeeld iemand aangenomen van Nedcar. Die had tien jaar ervaring in de techniek, maar nog nooit een kabel ingetekend. En inmiddels is hij een uitstekende civiel engineer! Het mooie is dat mensen dit vak echt wíllen leren, omdat ze zien dat het toekomst heeft.”

Laurette ziet hetzelfde: “We merken dat de energiesector aantrekkelijk is voor mensen die zich willen om- of bijscholen en voor zij-instromers. Het werk is relevant, het is voor de toekomst en je hebt honderd procent baangarantie. Dat doet veel.”

Mbo en hbo: verschillende routes

Jeroen schetst hoe dit past in de bredere Taskforce-strategie: “Met Energy Skills ondersteunen we statushouders via een voorschakelprogramma. Zij doorlopen eerst extra taal- en technieklessen, voordat ze instromen bij reguliere vakscholen en daar een mbo-opleiding in de techniek volgen. Met InfraTalenten bouwen we aan een compleet ecosysteem voor werving, plaatsing, opleiding én behoud van kandidaten – zowel zij-instromers als statushouders. En binnen Internationale Vakkrachten leiden we technici op mbo-niveau buiten de EU op, die vervolgens voor een bepaalde periode in Nederland kunnen werken in de energietransitie. Zo zorgen we dat er op alle niveaus nieuwe instroom komt.”

Op de engineeringsafdeling van APK Group is zeker plek voor mbo’ers. Roel: “Een mbo’er moet meestal eerst praktijkervaring opdoen, bijvoorbeeld als werkvoorbereider in een uitvoeringsteam. Om te leren hoe het er buiten aan toegaat. Na een jaar of anderhalf kan diegene de stap maken naar engineering en daarmee vaak meer op hbo-niveau acteren. Met die praktijkkennis in de rugzak; dat geeft een enorme voorsprong.”

Samenwerking met onderaannemers en vakscholen

APK Group richt zich uiteraard niet uitsluitend op het werven en opleiden van engineers, maar ook op andere taken, zoals die van monteur. Roel vertelt daarover: “We hebben in Best een eigen bedrijfsschool opgezet; een praktijkomgeving met een compleet station erin. Daar leiden we elk jaar een mbo-klas op, in samenwerking met het Koning Willem I College. Dat doen we samen met onze onderaannemers. Het is geen eenrichtingsverkeer: we pakken dit echt gezamenlijk op. Zij nemen leerlingen mee de praktijk in, terwijl wij zorgen voor de basisopleiding en begeleiding. Zo versterken we elkaar, en het mooie is dat we daarmee de vakscholen vullen én een instroom creëren die verder reikt dan alleen APK Group.”

Voor mbo’ers betekent dat vaak een start in het monteursvak. “Ze beginnen bijvoorbeeld als leerling-monteur, gekoppeld aan een ervaren collega. Van daaruit kunnen ze doorgroeien naar verschillende niveaus en aanwijzingen – denk aan VOP, VP of AVP. Stap voor stap leren ze meer verantwoordelijkheid te dragen en zelfstandig werkzaamheden uit te voeren. Het mooie is dat er altijd een volgende stap mogelijk is. In dit vak kun je enorm ver doorgroeien. Zo bouwen we een stabiele basis van monteurs op, die onmisbaar zijn voor de uitvoering van al het werk in het veld.”

Cultuur en binding

Maar hoe houd je mensen vast? Roel: “Bij ons is de cultuur heel belangrijk. We hebben geen chic kantoor, maar wel een pingpongtafel. En een picknicktafel buiten, waar elke dag wel iemand tosti’s bakt. Het klinkt simpel, maar dat zorgt voor binding. Mensen voelen zich thuis. We hebben een open en gezellige cultuur, met veel saamhorigheid en enthousiasme. Dat werkt aanstekelijk: als nieuwe collega’s dat ervaren, willen ze er ook bij horen. Zo ontstaat er een sfeer die mensen vasthoudt en versterkt.” Laurette herkent dat: “Jongeren willen zich ontwikkelen, maar ook onderdeel zijn van een team. Het helpt enorm dat ze meteen merken dat ze bijdragen aan iets groters: de energietransitie.”

Samen sterker

Jeroen besluit: “Er liggen nog genoeg kansen om technische mensen te binden aan de energietransitie. Het gaat om samenwerking. Niet ieder voor zich, maar zij aan zij. Een kandidaat die bij een netbeheerder net niet past, kan misschien uitstekend bij een aannemer terecht. We moeten elkaar doorverwijzen en opleiden en niet bang zijn om kennis te delen. Uiteindelijk wint iedereen daarbij.” Roel sluit zich daarbij aan: “Ik heb geen concurrenten meer, alleen collega’s. Er is zóveel werk dat we elkaar moeten helpen. Uiteindelijk gaat het erom dat de kabel de grond in komt. En dat lukt alleen als we samen investeren in mensen.” Laurette is het hier volkomen mee eens: “Het zou enorm in ons voordeel zou werken als ook de aannemers met de netbeheerders samenwerken aan onze uitdagingen voor de toekomst. Het kan enkel samen. Grenzen moeten vervagen en vervangen worden door de intensieve samenwerking en versterking van elkaars kwaliteiten.”

Geplaatst door

Geplaatst door

Susan Sukkel

Communicatieadviseur

Blijf op de hoogte

Kieren zijn in oudere woningen een groot isolatieprobleem.